Afbeelding

eric_tiggeler_columnist_tektblad.jpg

Youp doet een Lodewick

Door: Eric Tiggeler

‘Omdat ik erbij was. Daarom weet ik dat het waar is. Dat het echt gebeurd is. Dat het geen droom was. Niet een of andere vreemdsoortige hallucinatie. Geen paddotrip. Niks van dat al. Het is echt gebeurd. Helemaal echt. Ben er nog steeds duizelig van. Duizelig van de poëtische kant van de zaak. De pure schoonheid. De niet te omschrijven snelheid. Het onnavolgbare schouwspel.’ Zo begint Hoogmis, de column die Youp van ’t Hek schreef in nrc Handelsblad van 4 december 2010. Een stukje dat de spanning zin voor zin opvoert en de lezer tot de laatste regel erbij houdt: waar gaat het eigenlijk over? Waar gaat dit naartoe? Pas aan het eind komt het onderwerp van de lyrische bespiegelingen op de proppen: een voetbalwedstrijd. Barcelona – Real Madrid. Youp weet het zo te presenteren dat zelfs wie een pesthekel aan voetbal heeft, die column met het puntje van zijn tong tussen z’n tanden uitleest. Door een overdreven, ronkende, maar daardoor ook vermakelijke en meeslepende stijl. Waar zit dat in? Als je Youps stuk op de snijtafel legt, ontdek je dat hij een schatkist aan klassieke stijlmiddelen heeft toegepast. Bijvoorbeeld de reeksen ellipsen waarvan je hierboven al voorbeelden zag: ultrakorte, onvolledige zinnen: ‘Dat het echt gebeurd is. Dat het geen droom was. Niet een of andere vreemdsoortige hallucinatie.’ Die zinsfragmenten laat hij bovendien in elkaar grijpen met woordherhaling: ‘Het is echt gebeurd. Helemaal echt. Ben er nog steeds duizelig van. Duizelig van de poëtische kant van de zaak.’ Het effect: alsof iemand buiten adem op zoek is naar woorden om te omschrijven wat nog niet te bevatten is. Die ellipsen en herhalingen zijn nog maar het begin. Als je doorleest, kom je zo ongeveer de hele trukendoos uit Lodewicks Literaire Kunst tegen. Bijvoorbeeld de alliteratie van s’en en z’en die Van ’t Hek als een hechtdraadje door het volgende fragment rijgt: De pure schoonheid. De niet te omschrijven snelheid. Het onnavolgbare schouwspel. Mijn ogen schreeuwden ooohhh en aaahhh, terwijl mijn mond zweeg van verbazing.

En ja, die ogen die schreeuwden, dat is inderdaad de zintuigenverstrengeling die bij Lodewick synesthesie heet. Alles wordt uit de kast gehaald om de opstapelende, overrompelende indrukken weer te geven. Zo is het allitererende trio schoonheid, snelheid en schouwspel tegelijkertijd een voorbeeld van een drieslag, de opsomming in drieën. En ook van die drieslag bevat de column er weer méér: ‘Je hart zucht, je buik kriebelt, je hersens jeuken.’ en ‘Onze hoofden zullen zich regelmatig vol neuriën, onze harten kloppen dan ritmisch mee en onze voeten zullen dansen zonder dat iemand het ziet.’ Een beetje overdreven, dat lyrische stuntwerk? Zet je dan schrap voor een alinea vol over elkaar heen buitelende hele en halve metaforen: Het deed me aan topgerechten denken. Die smaaksensatie. Een mooie ontploffing in je mond. Of aan een boek dat je niet weg kunt leggen. Een boek waarin de bladzijden zichzelf omslaan. Of een circusact. Iets spectaculairs met acrobaten. Of een vrouw. Een beeldschone vrouw. Onbereikbaar gracieus. Je hart zucht, je buik kriebelt, je hersens jeuken. Of een feest. Een feest met de juiste mensen, de juiste muziek die je jong maakt. Zo jong dat je benen vanzelf gaan dansen. Of een stukje Callas in haar hoogtijdagen. Een aria die door je ziel snijdt. Of een onschuldig kind dat onverstaanbaar vrolijk brabbelt en daardoor zo verschrikkelijk de waarheid spreekt.

De stijl van ‘Hoogmis’ is natuurlijk over the top, maar al met al lijkt dat precies de bedoeling. Het is geen gestunt omwille van het gestunt, en het zijn ook niet de gemakkelijke of slordige trucjes die er in zijn wekelijkse productie nogal eens van tussendoor glippen: de makkelijke beledigingen (provinciesikje, sneue Volendammer, fotografenspul, Oranje-circusje), gezochte beeldspraak (‘iemand die zich als het paard van de melkboer voor de Porsche van een witteboordencrimineel laat spannen’), of het ingesleten retorischevragenpatroontje (‘Mijn zoon in Amerika en ik skypen regelmatig. Wat we skypen?’; ‘Groot Italiaans drama. Hoe het eindigt?’). Maar in de voetbalhoogmis passen vorm en inhoud vakkundig in elkaar. Alles draagt bij aan wat de column moet overbrengen: de onmogelijke opgave om in samenhangende volzinnen onder woorden te brengen hoe extatisch je kunt raken van een volmaakte voetbalwedstrijd.

Alle NRC-columns van Youp van ‘t Hek van de laatste jaren zijn te vinden op http://www.nrc.nl/youpEric Tiggeler is tekstschrijver, schrijft taaladviesboeken en ontwikkelt communicatietrainingen voor het Taalcentrum-vu.Zie ook www.schrijfgids.nl.


Bestel hier eerder verschenen nummers van Tekstblad.