Afbeelding

writers_block.png

Writer's block?

Het begrip writer’s block kennen we vooral uit schrijversbiografieën en interviews met literaire auteurs die na jaren van afwezigheid met een nieuw boek in de schijnwerpers staan. Maar het is niet overdreven om te stellen dat iedereen die weleens schrijft een writer’s block kan krijgen. Hoe trek je het schrijfproces in zo’n geval weer vlot?

Door Nico Groen.

Wikipedia noemt een writer’s block ‘het tijdelijke onvermogen van een schrijver of componist om tot schrijven te komen’. Volgens de online encyclopedie gaat het om een ‘flinke tijdspanne van niet kunnen schrijven’ en kampten onder anderen schrijver Maarten Biesheuvel en componist Sergej Rachmaninoff ermee. De site verklaart de term niet van toepassing op blokkades die ‘zeer korte tijd’ duren en spreekt in dat verband van ‘angst voor de witte bladzijde’. Maar die twee blokkades zijn niet hetzelfde. De eerste kunnen zich op verschillende momenten in het schrijfproces voordoen, de tweede treden per definitie alleen op aan het begin. En waarom zou je niet van een writer’s block mogen spreken als dat maar van korte duur is? Veel sites scharen er juist kortdurende gevallen van schrijfonmacht onder. En terecht: ook wie rapporten, nota’s of andere niet­fictieve, korte teksten schrijft, kampt weleens met een aanval van mentale schrijfkramp.

Schrijfproces en schrijfproduct Een writer’s block wordt veelal geassocieerd met een gebrek aan ideeën of inspiratie aan het begin van het schrijfproces. Maar de hapering kan zich net zo goed in andere fases voordoen; sommige auteurs (Michael Chabon, Pat Conroy, A.F.Th. van der Heijden) liepen vast nadat ze al honderden pagina’s hadden geschreven. Dat is een bruikbare constatering voor wie het proces weer op gang wil brengen. Want elke fase kent eigen activiteiten, en wie daar inzicht in heeft kan zich er des te bewuster op storten dan wel zich op andere richten. Even geen ideeën meer? Neem afstand en werk aan de structuur van de tekst die je al hebt. Ben je juist het zicht op het grotere geheel kwijt? Schaaf aan een formulering of ga bewust op zoek naar ongewenste gevallen van – bijvoorbeeld – naamwoordstijl of lijdende vormen. Zoals het binnen dit bestek ondoenlijk is om alle oorzaken van een writer’s block te behandelen – als dat al zin zou hebben – zo is het ook onbegonnen werk om alle activiteiten in het schrijfproces onder de loep te nemen. Ik volsta met de opmerking dat het schrijfproces uit verschillende activiteiten op hoger en lager tekstniveau bestaat – zoals materiaal verzamelen, ordenen of structureren en formuleren en spellen – en dat die bijna voortdurend door elkaar heen lopen.

Om een writer’s block te bestrijden, is het goed om niet alleen stil te staan bij het schrijfproces, maar ook bij het schrijfproduct. Het tweede boek na een sensationeel debuut zal een auteur meer faalangst opleveren dan het wekelijkse verslag van een werkoverleg met de daarvoor verantwoordelijke secretaresse. Tussen die twee uitersten zit van alles: tijdschriftartikelen en uitgebreide beleidsnota’s met een strakke deadline, korte voortgangsrapportages, sjabloonachtige korte tekstsoorten als notulen, enzovoort. Een writer’s block is gemakkelijker te overwinnen wanneer het om een korte tekst gaat, wanneer het een genre betreft waar taaladviesboeken over bestaan of wanneer het een tekstsoort is met een min of meer vast stramien. En het is goed te bedenken dat er verschillen zijn in creativiteit: een beleidsmedewerker hoeft niet de kwaliteit van een journalist als maatstaf te nemen.

Definitie writer’s block

Al met al tekenen zich drie dimensies af die voor een remedie tegen een writer’s block van belang zijn: die van de duur van de blokkade, die van de fase in het schrijfproces en die van het genre (gemakshalve reken ik daar ook verschillen in tekstlengte onder). In dit artikel versta ik onder een writer’s block een betrekkelijk kortstondig onvermogen tot schrijven dat zich op elk moment in het schrijfproces kan voordoen, ongeacht het soort en de lengte van de tekst. De adviezen hierna heb ik ingedeeld naar de dimensie van het schrijfproces. De tekstsoort komt per fase van het schrijfproces aan de orde, de tips zijn bruikbaar voor alle tekstlengtes en ik ga ervan uit dat het meestal gaat om korte aanvallen van verlammende schrijfangst.

Horror vacui: het begin van het schrijfproces

Dit is de fase van de witte pagina of het lege beeldscherm, en hier denken de meeste mensen aan als ze het woord writer’s block horen. Weet je al over welk onderwerp je gaat schrijven, verdiep je er dan in en hou je vast aan een eventuele opdrachtomschrijving of een briefing. Gaat het om een tekst die min of meer standaard is, pak er dan een eerder exemplaar, een format of een (algemeen) handboek bij. Die laatste zijn er over uiteenlopende tekstsoorten: van persberichten­ en formulierenwijzers tot boeken over zakelijke correspondentie, webteksten en jaarverslagen. Is er geen opdrachtomschrijving, gaat het om een vrije opdracht of bestaat er geen boek over jouw genre, bekijk dan werk van anderen. Pak een boek van een favoriete schrijver uit de kast om op gang te komen. Kies liefst voor een tekst in een heel ander genre, bijvoorbeeld een column of een verhaal. Je gedachten op papier zetten veronderstelt dat je gedachten hebt. Schort het daaraan, organiseer dan een brainstormsessie, praat met collega’s, vrienden of bekenden, kijk tv of een film of wend je opnieuw tot boekenkast of bibliotheek. Er zijn boeken en sites die de patiënt aanraden om met een opgeruimd bureau te beginnen en zich van de buitenwereld (sociale media, internet) af te sluiten om afleiding te voorkomen. Sommigen zullen daar baat bij hebben, maar een impuls van buitenaf kan je ook juist het gewenste zetje geven.

Heb je al wel een idee, dan kun je om te beginnen steekwoorden en losse opmerkingen noteren. Lukt je dat, werk sommige van die invallen dan wat verder uit. Een tekstverwerker is daarvoor uitermate geschikt, maar wil je vrijer associëren en losse verbanden tussen de steekwoorden aanbrengen, werk dan op papier, bijvoorbeeld door te mindmappen. Wat ook kan helpen is associatief schrijven, zonder de kritische, rationele linkerhersenhelft de creatieve rechterhersenhelft te laten beteugelen. Tot slot: een tekst is nooit (meteen) perfect. De meeste mensen zijn geen Mozart, die in één keer een puntgaaf werk op papier zette, maar meer een Beethoven: bij hen gaat scheppen van au en komen er valse starts, ingrijpende structuurwijzigingen, schrappingen, schaafwerkzaamheden en een enkele verwensing aan te pas. Leg de lat niet meteen te hoog: het schrijfproces bestaat uit vele stadia, je komt stapje voor stapje dichter bij het eindresultaat. 

Latere stadia

In deze fasen heb je al wat tekst geschreven. Blokkeer je, dan kunnen er twee dingen aan de hand zijn: óf je stuit op dit punt op een gebrek aan ideeën óf je bent niet tevreden over wat je al hebt. In het eerste geval: zie de adviezen bij de vorige fase. Richt je in het tweede geval op een ander deel van het schrijfproces. Werk aan de tekst die je al geschreven hebt. Herlees, schrap, redigeer, schaaf, gooi om of voer desnoods een routineklusje uit. Cursiveer bijvoorbeeld titels van publicaties of zoek en vervang inconsequent gespelde woorden. Mogelijk kom je zo op een idee voor de nog ontbrekende tekst of breng je andere onderdelen van het schrijfproces op gang. Of verstuur om de schrijfspieren los te maken een paar mailtjes. Bedenk dat je niet aan één stuk door scheppend én creatief bezig kunt zijn. Volgens de AmerikaansHongaarse psycholoog Mihaly Csikszentmihalyi gaan mensen volledig in hun werk op – ervaren ze zogeheten flow – als ze genoeg uitdaging in hun werk hebben en tegelijk kunnen terugvallen op vertrouwde, routinematige bezigheden. Je kunt ook onderdelen van het schrijfproces (of ­product) uitbesteden. Vraag een collega om een idee, een hoofdstuk, een redactionele slag of een spellingcontrole. Doe liefst waar je goed in bent, maar in elk geval waar je toe in staat bent.

Help, de deadline nadert!

Alles wat hiervoor is opgemerkt, veronderstelt dat de auteur zeeën van tijd heeft. De werkelijkheid is anders, en daarom wil ik nog een dimensie aan de andere drie toevoegen: de productietijd. Er bestaat nu eenmaal verschil tussen de literaire arrivé met alle tijd van de wereld voor zijn volgende roman, de student die over drie maanden zijn scriptie moet inleveren, de beleidsmedewerker die volgende week een antwoord op raadsvragen moet hebben en de columnist met een dagelijkse deadline. Er valt weinig meer over te zeggen dan dat een deadline de een stimuleert en de ander verlamt. Als troost voor die laatste: bedenk dat meestal wel enig – maar geen eeuwig – uitstel mogelijk is.

Econoom Rick van der Ploeg beweerde ooit dat ‘nietsdoen’ meer oplevert dan moeizaam blijven doorploeteren. Krijg je echt niets uit je pen, doe dan iets anders. Maak een wandeling, ga naar de film of drink een glas met vrienden. Lees liever geen krant of boek, want dat drukt je misschien met je neus op je eigen worsteling. Bedenk dat er morgen weer een dag is en treed hem uitgerust en met opgeruimd hoofd tegemoet.

Writer’s block: de tips op een rijtje

  1. Gebrek aan ideeën? Lees, praat, kijk, luister;
  2. Noteer steekwoorden, werk ze uit en leg verbanden; 
  3. Schakel je kritische linkerhersenhelft uit: schrijf wat in je opkomt; 
  4. Schakel heen en weer tussen verschillende onderdelen van het schrijfproces; 
  5. Raadpleeg een schrijfhandboek, eerder werk of een favoriet stijlvoorbeeld; 
  6. Schrijf iets eenvoudigs of vertrouwds tussendoor; 
  7. Bedenk dat je tekst niet in één keer perfect hoeft te zijn; 
  8. Besteed onderdelen uit of roep hulp in; 
  9. Gaat het echt niet, doe dan iets anders: ontspan je; 
  10. Overleg op tijd met je opdrachtgever of er rek in de deadline zit.

Abonnement of losse nummers bestellen?

Wil je meer lezen over tekstschrijven, communicatie en taal? Neem dan een abonnement op Tekstblad of bestel een van onze losse nummers.